Samenwerkingsverbanden

Brugfiguren :  

                                                                                                                                                                                         Een brugfiguur is iemand die tussen ouders, school en leerling staat en waar deze verschillende partijen een beroep kunnen op doen. De brugfiguur is een vertrouwensfiguur die de verschillende partijen dichter bij elkaar wil brengen door drempelverlagende activiteiten. Het brugfigurenproject ontstond omdat een aantal kinderen in het basisonderwijs het minder goed deden. Zowel hun leerprestaties als hun sociaal-emotionele ontwikkeling ontplooiden zich niet ten volle. Het merendeel van deze kinderen kwam uit kansarme milieus.  In 1997 ging men in alle Gentse basisscholen in kansarme buurten voor het eerst van start met het brugfigurenproject. De acties van dit project zijn gericht op de school en op de buurt. Intussen bestaan deze projecten ook al in andere plaatsen.   Er wordt door de brugfiguren ondermeer gewerkt rond :  

-Contacten tussen ouders en school

-Overleg, communicatie en informatie tussen ouders en school

-Ouders begeleiden inzake schoolaangelegenheden.

-Ouderparticipatie

-Begeleiding van de kinderen

-Leerkrachten en brugfiguren overleggen met elkaar, er wordt op regelmatige basis  informatie uitgewisseld. Het schoolteam wordt ondersteund en krijgt de nodige vorming.

Brugfiguren vind je niet in elke school of stad terug. Naargelang het aantal kansarme kinderen er in een school zijn, maakt een school kans op een brugfiguur. Brugfiguren werken dus voornamelijk in scholen met veel kansarme kinderen.  Brugfiguren zijn geen leerkrachten, maar ze hebben wel een vaste stek op een school.

 

Brede-schoolwerking :    

                                                                                                                                                                                         De school gaat een aantal samenwerkingsverbanden aan met externe partners om zo de onderwijskansen van kansarme leerlingen te verhogen. Vanuit zeer diverse leer- en leefdomeinen kunnen de jongeren heel wat ervaringen opdoen. Hierdoor worden de sociale competenties van deze kansarme leerlingen verhoogd. Enkele voorbeelden van brede-schoolwerking : voorlezen aan huis door studenten, huistaakbegeleiding aan huis of op school, vrijwilligers die op regelmatige basis met kinderen naar de bibliotheek of spelotheek gaan…

 

Het lokaal overlegplatform (LOP) :   

                                                                                                                                                                                In het lokaal overlegplatform zijn ondermeer vertegenwoordigd : schoolbesturen, directies van scholen, centra voor leerlingenbegeleiding, personeel van scholen, ouders en leerlingen, socio-culturele en/of economische partners, organisaties van migranten en armen, integratiecentra, onthaalbureau’s voor nieuwkomers, schoolopbouwwerk, ook zijn er plaatsen voorzien voor oudervertegenwoordigers van het officieel net en van het vrije net.

In een aantal verschillende steden en gemeente in Vlaanderen werden er lokale overlegplatforms opgericht die over de onderwijsnetten heen, gelijke kansen in het onderwijs willen realiseren.  De oprichting van de LOP’s hoort bij de krachtlijnen van het gelijke onderwijskansendecreet (GOK).

 

Binnen het LOP werkt men op drie verschillende terreinen :

-Waken over het inschrijvingsrecht : men biedt bijvoorbeeld hulp aan leerlingen die problemen hebben om ingeschreven te raken in een school. Het inschrijvingsrecht betekent dat een kind kan worden ingeschreven in een school naar keuze van de ouders of van het kind als dat twaalf jaar of ouder is.

Er wordt bemiddeld bij conflicten.

-Er wordt mee gewerkt aan de realisatie van een lokaal gelijkeonderwijskansenbeleid.

Alle mensen die samen in een lokaal overlegplatform zitten, werken samen aan gelijke kansen voor leerlingen uit hun eigen stad of gemeente.

www.lop.be

 

Het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) :  

 Het CLB wordt door de overheid gefinancierd en behoort tot één van de drie onderwijsnetten. Een CLB werkt netoverschrijdend en kan ook scholen begeleiden die tot een ander onderwijsnet behoren.                                                                                                                                                                   Zowel  leerlingen en hun ouders, leerkrachten en schooldirecties kunnen een beroep doen op het CLB voor informatie, hulp en begeleiding. CLB begeleiding is steeds gratis.                                                                                                                                                                               In een CLB werken artsen, maatschappelijk werkers, pedagogen, psychologen, psychologisch assistenten en verpleegkundigen. Soms werken er ook logopedisten en kinesisten. De begeleiding door het CLB is multidisciplinair. Dat betekent dat er steeds in team samengewerkt wordt. Een onafhankelijke CLB-inspectie voert controle uit op de kwaliteit en de erkenning van het CLB. Na de doorlichting adviseert de inspectie de minister over de verdere erkenning.

-Actief op diverse domeinen :

Het CLB is actief op de volgende domeinen :

-Het leren en studeren

-De schoolloopbaan en studiekeuze

-De preventieve gezondheidszorg

-Het psychisch en sociaal welbevinden

 

Aangepaste doorverwijzing naar de gepaste hulpverlening gebeurt ook via het CLB. Het CLB werkt voornamelijk vraaggestuurd, de school vraagt advies en hulp bij de begeleiding van bepaalde kinderen. Ze bieden bijvoorbeeld ondersteuning bij pestgedrag, leerstoornissen. Het CLB streeft er steeds naar om samen te werken met verschillende participanten : de school, de ouders, de leerlingen, de pedagogische begeleidingsdiensten.  Door die samenwerking verhoogt de draagkracht bij de leerkrachten en kunnen signalen beter en vroegtijdig opgevangen worden. Dit kan dan resulteren in de uitbouw van een goede leerlingenbegeleiding en een degelijk zorgbeleid op school.

 

-De leerling centaal :

De leerling krijgt een centrale plaats toebedeeld en de begeleiding gebeurt op vertrouwelijke basis. Men start pas met begeleiding wanneer de ouder of de leerling daartoe het initiatief neemt. De school van je kind kan wel vragen om je kind te mogen begeleiden, maar zal hiervoor steeds de uitdrukkelijke toestemming van de ouders vragen voor kinderen jonger dan 12 jaar. Vanaf 12 jaar wordt de toestemming aan de leerling zelf gevraagd.

Gaat het om spijbelgedrag, dan is begeleiding door het CLB echter wel verplicht.

Het CLB-aanbod richt zich voornamelijk ook op jongeren die leerbedreigd zijn door hun sociale achtergrond en leefsituatie. Alle gegevens worden vertrouwelijk verwerkt. Op deze manier helpt het CLB tevens meewerken aan de gelijke onderwijskansen voor alle jongeren.                                                                                                                                                                   Via het CLB kunnen jongeren indien nodig ook doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Hiervoor dienen zij een wettelijk vereist attest op te stellen.

-Medisch onderzoek :

De medische onderzoeken die door het CLB georganiseerd worden zijn in sommige leerjaren verplicht. Ouders of leerlingen vanaf 12 jaar kunnen, als ze hier niet mee akkoord gaan, verzet aantekenen en een andere arts kiezen. In de eerste  kleuterklas, het eerste, het tweede, het derde  en vijfde leerjaar van de lagere school vindt zo een medisch onderzoek plaats. Sommige onderzoeken, kunnen in overleg met CLB en de school op school zelf gebeuren. Andere medische onderzoeken gebeuren op verplaatsing.

Bij elk medisch onderzoek vraagt men je om een vragenlijst in te vullen waarop je dan extra medische gegevens of vragen kan melden. De ogen en oren van de kinderen worden getest. De kinderen worden gemeten en gewogen. De tanden worden nagekeken. De houding van uw kind wordt opgevolgd en er wordt gecontroleerd of uw kind zich normaal ontwikkeld. 

De CLB-arts dient  in het kader van preventieve gezondheidszorg een aantal vaccinaties toe. Zo krijgt een  kind in het eerste leerjaar één spuitje tegen kroep, klem en kinderverlamming. In het vijfde leerjaar is dat dan één inenting tegen mazelen, dikoor en rode hond. Je kan er als ouder ook voor kiezen om de inentingen door de huisarts te laten zetten.

 

www.ond.vlaanderen.be/clb

 

Het revalidatiecentrum :

In België zijn er 81 centra. Deze richten zich voor 90 procent naar kinderen. Doelgroepen zijn kinderen met complexe ontwikkelingsstoornissen,kinderen met autisme, ADHD, een mentale handicap, gehoorstoornissen… Het zijn dus die kinderen die nood hebben aan een multidisciplinaire aanpak die in een revalidatiecentrum terechtkomen. In een revalidatiecentrum vind je dan ook paramedisch geschoold personeel  : logopedisten, ergotherapeuten,kinesisten, audiologen, een psychosociaal team en een medisch team met een kinderpsychiater, een neus-, keel- en oor- arts, een kinderneuroloog, een pediater… kunnen er werkzaam zijn.

De wachtlijsten in revalidatiecentra blijven groeien. De maatschappij is dan ook heel wat complexer geworden en de druk op kinderen neemt ook toe.Kinderen moeten immers niet alleen presteren op school. Na schooltijd is er ook nog eens de muziekacademie, de sportles en tijdens het weekend en in de vakanties komt daar vaak nog een heleboel bij. Er zijn kinderen die daar misschien vlotjes mee overweg kunnen, maar voor heel wat kinderen is het echt op de tippen van de tenen lopen. Het zijn dus niet altijd kinderen met ADHD, autisme die er terecht komen. Het wil ook niet zeggen dat er een stijging is van het aantal leerstoornissen. Kinderen komen onder druk te staan van de complexere maatschappij en krijgen het daardoor te moeilijk.

 

Zie ook www.revalidatie.be

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

Login to your account

Can't remember your Password ?

Register for this site!