Meervoudige intelligentie in het basisonderwijs

 Meervoudige intelligentie

Iedereen kan iets, niemand kan alles ! Wanneer men in het onderwijs rekening houdt met het principe van  meervoudige intelligentie, dan gaat men alle leerlingen betrekken en voor zover als mogelijk alle intelligenties bij iedere leerling ontwikkelen.

De theorie van de meervoudige intelligentie werd ontwikkeld en uitgewerkt door Gardner en Kagan en kan in het basisonderwijs geïntegreerd worden. Men gaat er van uit dat kinderen door hun intelligentie over de mogelijkheden beschikken om een probleem op te lossen of een taak tot een goed einde te brengen, maar dat niet elk kind dat op dezelfde manier volbrengt. Het ene kind pakt dit aan op een zeer logische manier, stap voor stap. Een ander kind zal dan weer intuïtief te werk gaan. Weer een ander kind zal proberen, fouten maken, herbeginnen en opnieuw proberen. Op deze manier lesgeven is alle mogelijkheden en talenten van de leerlingen zoveel mogelijk aanspreken. Kinderen zijn immers op heel diverse manieren knap. Binnen de verschillende intelligenties uit zich dat in een aantal verschillende vaardigheden.

De 8 intelligenties zijn :

  1. De verbaal-linguïstische intelligentie (talen)
  2. De logisch-mathematische intelligentie (logisch redeneren, rekenen, wiskunde)
  3. De visueel-ruimtelijke intelligentie (tekenen, handvaardigheid)
  4. De muzikaal-ritmische intelligentie (muziek)
  5. De lichamelijk-kinesthetische intelligentie (gymnastiek-turnen)
  6. De natuurlijke intelligentie (natuur-biologie)
  7. De intrapersoonlijke intelligentie (zelfkennis)
  8. De interpersoonlijke intelligentie (sociale vaardigheden)

 Typerende kenmerken :

Om de verschillende intelligenties wat meer te verduidelijken vind je hier nog een opsomming van een aantal kenmerken die typerend zijn voor de verschillende intelligenties :

Verbaal-linguïstisch :

-Kinderen die grappen kunnen vertellen.

-Kinderen die verhalen bedenken.

-Kinderen die woordspelingen maken.

-Kinderen die kunnen rijmen.

-Kinderen met een rijke woordenschat.

-Kinderen die makkelijk een andere taal aanleren.

-Kinderen die graag lezen.

-Kinderen die hun gedachten, een verhaal vlot neerschrijven.

-Kinderen die graag vertellen, acteren.

 Logisch-mathematische intelligentie :

-Kinderen die sterk zijn in denken over getallen, getalbeelden, symbolen en hoeveelheden.

-Kinderen die sterk zijn in werken met relaties als groter en kleiner dan, voor, achter, onder, boven…

-Kinderen die makkelijk verbanden ontdekken, oorzaak/gevolg.

-Kinderen die vaak vragen naar het “waarom”.

-Kinderen die kunnen schatten.

-Kinderen die kunnen sorteren.

-Kinderen die kunnen patronen herkennen.

-Kinderen die een volgorde kunnen bepalen.

 

Visueel-ruimtelijke intelligentie :

-Kinderen die visuele spelletjes spelen.

-Kinderen die goed puzzelen.

-Kinderen die visueel zijn ingesteld.

-Kinderen die houden van constructiespelen.

-Kinderen die een plan kunnen nabouwen.

-Kinderen die zich goed kunnen oriënteren.

-Kinderen die houden van schilderen, tekenen, knutselen…

-Kinderen die een grafiek, een tabel kunnen aflezen.

-Kinderen die plannen kunnen tekenen.

 Muzikaal-ritmische intelligentie :

-Kinderen die vlot versjes, rijmpjes, liedjes onthouden en daar ook van houden.

-Kinderen die kunnen fluiten,neuriën, met muziekinstrumenten bezig zijn…

-Kinderen die goed de maat kunnen houden, gevoel hebben voor ritme.

 Lichamelijk-kinesthetische intelligentie :

-Kinderen die houden van lichamelijke activiteiten.

-Handige kinderen.

-Kinderen die graag toneel spelen.

-Kinderen die graag en goed dansen.

-Kinderen van wie hun fijne motoriek sterk ontwikkeld is.

-Kinderen wiens mimiek en lichaamstaal sterk ontwikkeld zijn.

-Kinderen die praktisch ingesteld zijn.

-Kinderen wiens oog-handcoördinatie goed ontwikkeld is.

 Natuurlijke intelligentie :

-Kinderen die duidelijk tonen dat ze van de natuur houden.

-Kinderen die opmerkzaam zijn en kleine verschillen waarnemen.

-Kinderen die goed kunnen observeren.

-Kinderen die dingen goed kunnen ordenen.

-Kinderen die genieten en zorgen voor plant, bloem en dier.

-Kinderen die graag steentjes, schelpjes verzamelen.

-Kinderen die van dieren houden.

 Intrapersoonlijke intelligentie :

-Kinderen die ervan houden alleen te spelen.

-Kinderen vol van fantasie.

-Kinderen die dromerig zijn.

-Kinderen die genieten van stilte.

-Kinderen die bezig zijn met hun gevoelens.

 Interpersoonlijke intelligentie :

-Kinderen die zorgzaam zijn naar de anderen toe.

-Kinderen die vlug vrienden maken.

-Kinderen die leiding kunnen nemen.

-Kinderen die empatisch ingesteld zijn.

-Kinderen die goed communiceren.

-Kinderen die conflictsituaties de baas kunnen.

-Kinderen die goed functioneren in groep.

 

Rond meervoudige intelligentie bestaat er heel wat literatuur. Ook zijn er testen waarmee je de meervoudige intelligentie in kaart kan brengen. Wanneer je zelf als ouder/begeleider  je kind dagdagelijks goed observeert dan krijg je vaak toch al een eerste aanwijzing die je toch al een goed beeld geeft in welke richting de meervoudige intelligentie van het kind wijst.

 

 

 

 

 


 

 

 

Login to your account

Can't remember your Password ?

Register for this site!