Frans en andere talen in de lagere school

Frans aanleren via interactie.

In de lagere school is het vooral de bedoeling dat kinderen de kans krijgen  om via speelse werkvormen de Franse taal te verwerven in interactie met hun klasgenootjes. Binnen het leergebied Frans wordt op  vier verschillende domeinen gewerkt : luisteren, lezen, spreken en schrijven.

In het lager onderwijs is het doel van het Frans leren om de kinderen in staat te stellen Frans te leren op een beperkt niveau en in een aantal concrete situaties  in Frans te kunnen communiceren.

Vanaf wanneer ? Afhankelijk van de woonplaats.

Het leergebied Frans is verplicht vanaf het vijfde leerjaar van de lagere school in Vlaanderen. Scholen in Brussel-Hoofdstad en de taalgrensgemeenten moeten starten met Frans vanaf het derde leerjaar en moeten in hun lessenrooster meer lestijden incalculeren voor Frans dan de scholen in Vlaanderen. Scholen nemen heel wat initiatieven om de overgang van het lager onderwijs naar het eerste jaar van het secundair onderwijs m.b.t. Frans voor hun leerlingen zo vlot mogelijk te laten verlopen.

Scholen in Vlaanderen kunnen al van voor het vijfde leerjaar van start gaan met taalinitiatie Frans. Bij taalinitiatie is de aandacht gericht op één bepaalde taal. De activiteiten die men aanbiedt binnen taalinitiatie zijn plezierige korte tussendoortjes die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen.

Taalsensibilisering.

Naast die taalinitiatie kunnen scholen ook nog andere talen aanbieden. Meer en meer gebeurt dit reeds van in de kleuterklas Kinderen worden bewust van culturele aspecten die met een andere taal samengaan.  Wanneer kinderen vertrouwd gemaakt worden met andere talen dan spreken we over taalsensibilisering.

 Bij taalsensibilisering worden kinderen gevoelig gemaakt voor andere talen. Kinderen raken vertrouwd met andere, verschillende talen. Zowel bij taalinitiatie als bij taalsensibilisering maken kinderen kennis met een taal die de hunne niet is. Ze maken kennis met vreemde talen, ervaren hoe anders mensen kunnen klinken, met welke gelijkaardige dingen zij bezig zijn, hoe zij zingen, vertellen, tekenen. Eigenlijk worden de kinderen gewoon nieuwsgierig gemaakt naar de andere taalomgeving en de andere taal van leeftijdsgenootjes. Het laat meer ruimte om onbevreesd in te stappen in het leren van een vreemde taal. Het verlangen om een vreemde taal te willen leren en het zelfvertrouwen daartoe krijgen een boost. Bij talensensibilisering  wordt niet geschreven of gelezen, er wordt geluisterd en gekeken. Het sociale aspect beoogt diversiteit en solidariteit in een open multi-culturele samenleving. Door sensibilisering voor talen op jonge leeftijd, herkennen kinderen in hun later taalleren gemakkelijker de klanken en de intonaties van een vreemde taal. Op deze manier staan kinderen ook veel meer open voor een andere taal en een andere cultuur en gaan zij daar vrijwel als vanzelfsprekend mee om.

Immersieonderwijs  :

In Wallonië en Brussel heeft men Franstalige immersiescholen waar vakken in het Nederlands, het Engels of het Duits gegeven worden. In Vlaanderen kan dit voorlopig nog niet omdat daar wettelijk nog geen mogelijkheden voor zijn. Wel bestaat er een proefproject waarbij negen scholen betrokken zijn. “Immersie” betekent zoveel als onderdompeling. Immersieonderwijs is een taalbadonderwijs waarbij de zaakvakken gegeven worden in een andere taal dan de gewone schooltaal. In bijna alle Europese landen wordt aan immersie-onderwijs gedaan. In Vlaanderen blijft het echter verplicht om les te geven in het Nederlands door de taalwet van 1963 die zegt dat de onderwijstaal in het Nederlands taalgebied het Nederlands is.

 

 

 


 

 

 

Login to your account

Can't remember your Password ?

Register for this site!