Hoekenwerk in de kleuterklas

Belang van het leren kiezen :

 Kleuters mogen hier zelf activiteiten kiezen binnen een aantal gevarieerde activiteiten die de kleuterleid(st)er  aanbiedt.  Op deze manier zal het kind ontdekken wat het leuk vindt en die dingen kiezen die aansluiten bij de eigen interesses en mogelijkheden. Een kleuter zal die dingen kiezen waar het op dat moment aan toe is. Zelf een keuze leren maken heeft op zich  een belangrijke waarde. Ook in het latere leven is dat van belang, telkens opnieuw moet er steeds opnieuw gekozen worden. Het is  zo dat het niet zo maar om een onbeperkte keuze gaat. Bovendien wordt het  kiezen ook wel beperkt. Niet alle kleuters kunnen immers tegelijkertijd dezelfde keuze maken. Tijdens deze keuzemomenten in de verschillende hoeken zal de kleuterleid(st)er  de kleuters nauwkeurig observeren en begeleiden. Misschien kiest een kind lange tijd voor eenzelfde activiteit omdat het er voordien een lange tijd weinig interesse voor had. Een kleuter kan ook bang zijn dat iets niet gaat lukken en kan daarom altijd voor een vertrouwde activiteit kiezen. Dit zijn allemaal dingen die de f kleuterleid(st)er  kan achterhalen. Zij/hij  is heel goed geplaatst om het kiesgedrag van de kleuters op te volgen en te begeleiden.

 Op ontdekking gaan.

Elke kleuterklas biedt ruimte om van alles en nog wat te gaan doen en te ontdekken in de verschillende hoeken. Kleuters houden van verandering, van nieuwe dingen en nieuwe uitdagingen. Daar wordt in de kleuterschool heel goed op ingespeeld. Hoeken worden doorheen het jaar af en toe veranderd volgens het thema waarin gewerkt wordt. Anderzijds is het ook zo dat er wel een zekere structuur en regelmaat in het geheel zit.  Op het moment dat hoekenactiviteiten aan de gang zijn kan de kleuterleid(st)er  individueel kinderen ondersteunen of in kleine groepjes gaan werken.

Hoekenwerking in de eerste kleuterklas is uiteraard op een andere manier opgebouwd dan de hoekenwerking bij de oudste kleuters.

 

 Duidelijke afspraken.

Het aantal kleuters dat in de hoeken mag spelen zal soms moeten beperkt worden. De kleuterleid(st)er    zal het aantal kleuters dat in een bepaalde hoek mag spelen op een bepaalde manier duidelijk maken. Voor de jongste kleuters zal dat meestal iets tastbaars zijn. Bijvoorbeeld een armbandje, of een ander voorwerp dat kleuters bij zich nemen of aantrekken en dat aangeeft in welke hoek ze mogen spelen. Als er geen armbandjes meer zijn, dan is die hoek “vol” en kan er geen kindje meer bij. Het aantal stoeltjes of andere zitjes kan ook een aanduiding zijn voor  kleuters dat ze er mogen spelen. Ook kan de kleuterleid(st)er  kiezen voor een keuzebord waarop de kleuters het aantal kunnen aflezen. Dit is dan meer geschikt voor de oudste kleuters.                                                                                                                                                                 De kleuterleid(st)er  zal ook duidelijk maken of je met de verkleedspullen aan naar een andere hoek mag trekken. Mag je kind bijvoorbeeld met de poppenwagen door de ganse klas rijden of zijn er beperkingen ? Kleuters hebben nood aan duidelijkheid en daar kleuterleid(st)er   met hen goede afspraken over.

Ook legt hij/ zij duidelijk vast wanneer de kleuter precies in de speelhoeken mogen. De hoeken zijn niet altijd allemaal open. De jongste peuters hebben nood aan een duidelijke afbakening van de hoeken op de momenten waarop deze niet toegankelijk zijn. Zo sluiten sommige leerkrachtenen deze hoeken af met een gordijn. Bij oudere kleuters wordt dan soms gewerkt met een afgesproken kleurenpictogram of met een verbodsteken.

Kleuters leren ook dat ze na een activiteit alles moeten opruimen. Alles krijgt weer zijn plaats. Dat zorgt voor goede gewoonten, structuur. De kleuterleid(st)er  kan dit duidelijk maken door middel van een foto, een tekening of een pictogram.

 

 

 

 

 

Een keuzebord met de verschillende hoeken maakt duidelijk welke kleuter voor welke hoek kiest.

 Een ruim aanbod :

-De voelhoek : allerlei voorwerpen uit verschillende materialen zijn er aanwezig : harde, zachte, ruwe, vezelige, sponsachtige, glazen, houten, metalen, plastieken, schuimrubberen…

De meethoek : kleuters kunnen er actief aan de slag met meters, weegschalen, gewichten, maatbekers, pluviometers, uurwerken, chronometers…

De verkleedhoek : een koffer met verkleedkleren en een spiegel waarmee de kinderen zich van kop tot teen kunnen spiegelen ontbreekt  hier niet. De kleren worden netjes opgehangen aan lussen of  kapstokken.

 

Niets leuker dan je te verkleden ! Een prinsessenjurk met hoge hakken, een stoere ridder … een vleugje fantasie …

 

Je inleven in een ander leert je ook omgaan met hoe die andere denkt en voelt.

 

 

 

De poppenhoek : naast poppen vind je er ook wel knuffels van huisdieren en dierentuindieren. In de poppenhoek observeert de kleuterleid(st)er  hoe je kleuter zijn gevoelens uit tijdens het spel met de klasgenootjes.

 –De keukenhoek : hier vinden de kleuters een hele reeks voedingswaren nagemaakt in plastic : groenten, fruit, vlees, vis, diepvriesproducten, brood, eieren, kaas… Ook vind je er onderhoudsmateriaal voor de keuken, bakvormen, strijkplank, handdoeken, … Samen spelen met anderen is een belangrijke vaardigheid die hier zeker en vast aan bod komt. Samen mama, papa en kindje spelen. Wie maakt het eten klaar ? Wie doet de afwas ? Kleuters bootsen hier realistische situaties na en leren met elkaar in overleg te gaan.

 

 

 

 

 

Hoe alles achteraf terug opgeruimd moet worden in deze keukenhoek wordt duidelijk visueel voorgesteld.

 

 –De winkelhoek : gedurende het schooljaar wordt het materiaal geregeld afgewisseld en ook aangepast aan het thema waar de kleuters op dat moment rond werken. Werken ze rond ziek zijn, dan is de winkel een apotheek  met tabletten, spuitjes, drankjes…                                                                     Een kassa, een telefoon, een boodschappentas, inpakpapier, muntjes…het kan allemaal in de winkel.

Boven de ingang van het winkeltje in de kleuterklas hangt een kaartje waarop drie bolletjes getekend staan. Voor de kleuters is dat een duidelijke afspraak dat ze maar met drie tegelijkertijd mogen komen winkelen.

 Het  kind gaat op deze manier spontaan tellen en het leert zich op deze manier aan afspraken houden.

Deze week staat de winkel in het teken van het thema “lekker en gezond”.  Al spelend wordt de winkel ingericht en worden de vruchten benoemd.

In de winkel worden afspraken gemaakt en oplossingen bedacht voor probleempjes. Wie mag deze keer de kassier zijn ?

Intussen houdt de leerkracht  de kleuters in de gaten. Zijn er al kleuters die  geld tellen ?

Lukt het om in dat kleine winkeltje niet overal tegenaan te stoten ? Wie kan zich al aan de afspraken houden ?

 

 

Dit symbool geeft aan waar de winkelhoek is.

 

De hoek voor water en zand : allerlei materialen om te vullen, te scheppen… Kleuters leven er zich ten volle uit en kunnen er hun fantasie de vrije loop laten gaan. De leerkracht  observeert hun gedrag intussen en merkt op hoe spitsvondig sommige kleuters omgaan met bepaalde situaties.

Een ontdekhoek : De voel- en ontdekdozen waar allerlei spulletjes in terecht komen vinden de kleuters fantastisch om te ontdekken.

Een computerhoek : wordt gebruikt bij kleuters vanaf vier jaar. Een aantal fijn motorische handelingen zoals het gebruik van de pijltjestoetsen, de muis… komen aan bod. Werken aan de computer is meestal erg motiverend voor de kleuters. Heel wat aangepaste kleuterprogramma’s bieden ruime mogelijkheden naar concentratie, zelfstandigheidstraining en speelse oefeningen op taal en wiskundige initiatie.

-De bewegingshoek : wanneer de klas voldoende ruimte biedt kan de  kleuterleid(st)er  in een afgesloten hoek een ruimte voorzien waar kleuters bijvoorbeeld met ballen in een emmer kunnen gooien, een ruimte waar er mag gesprongen, geklommen, geklauterd worden. 

 –Een bouw- en constructiehoek : er kan hier gebouwd en geconstrueerd worden, ook experimenteren en timmeren hoort tot de uitdagingen. Er wordt niet enkel met standaardmateriaal gewerkt,  maar er wordt ook  waardeloos materiaal voorzien, waar kinderen vaak heel creatief mee aan de slag kunnen.

Peuters kunnen zich in de bouwhoek uitleven met grote materialen zoals kistjes, grote blokken of dozen en geschaafde latten. Ze kunnen deze op mekaar stapelen en omver gooien. Vooral het bewegen is hier belangrijk. Resultaten zijn toevallig en bijkomstig. Kruiwagens, karren die kunnen in- en uitgeladen worden kunnen ook in deze hoek geplaatst worden. Om de fijne motoriek van de kleuters te ontwikkelen wordt kleiner en fijner materiaal aangebracht. Ook bouw-en constructiematerialen die ineengeschroefd kunnen worden zijn boeiend voor handige kleuters. Aan de hand van een schema, een stappenplan  kunnen kleuters ook met een bouwpakket aan de slag om een bouwwerk samen te stellen.  Met de blokken maken kinderen dan de modellen na.

 

Fijne motoriek ontwikkelen door te timmeren.

 

De puzzelhoek : in deze relatief rustige hoek kunnen kinderen op een tafel, op de vloer, op het tapijt aan het werk. Sommige kinderen krijgen maar niet genoeg van puzzelen. Het aanbod van puzzels kan erg verschillen van de ene tot de andere kleuterklas. Binnen de ontwikkelingsdoelen komt in zowat alle leergebieden het aspect puzzelen voor. Zo zijn er bijvoorbeeld puzzeldoelen die de concentratie verbeteren, het taakbewustzijn en doorzetting ontwikkelen. Dan kunnen er ook nog specifiekere streefdoelen zijn zoals bijvoorbeeld de fijnmotorische ontwikkeling van de oog-hand-coördinatie.

 

 

 

 

Zesdelige puzzel voor de jongste kleuters.

 

 

 

van

 

 

 


 

 

 

Login to your account

Can't remember your Password ?

Register for this site!